Deze spätburgunder is afkomstig van een bodem die voornamelijk wordt gekenmerkt door klei, löss, leem, kwartsiet, porfier en verschillende soorten zandsteen. Wanneer de druiven de juiste zuurgraad en suikers bevatten worden ze geplukt. Zodra ze in de wijnkelder komen volgt kneuzing en fermentatie op een lage temperatuur tussen de 18-20 graden.

De kleur is half intens wat kenmerkend is voor Pinot Noir. Deze Spätburgunder heeft enkele maanden op eikenhout gelegen en dankt hier zijn zachte vanille tonen aan.

De wijn is goed te combineren met pasta’s, harde kazen, lam en risotto.

Factsheet Korrell Spätburgunder